Is het erg als de Maasvlakte 2 voorlopig voor een deel leeg blijft?


By Bart Kuipers

Met de nieuwe containerterminal van APM Terminals op de Tweede Maasvlakte staat Rotterdam in het centrum van de aandacht. Maar wat als het de komende decennia bij de huidige investeringen blijft?

Kranen zo hoog en met een dergelijke acceleratie gepaard gaande, dat de kraanmachinist(e) niet meer op de kraan maar in een operating room plaats neemt. Daarnaast ongeëvenaarde productiviteit- en duurzaamheidprestaties. Natuurlijk moet APM Terminals het allemaal nog in de praktijk laten zien, maar de ogen van de haven- en containerwereld staan de komende jaren op de Tweede Maasvlakte gericht.

Eind 2014 zijn de terminals van APM T met 86 hectare en Rotterdam World Gateway met 108 hectare gereed voor gebruik. Bij de oplevering van de Tweede Maasvlakte is daarmee twintig procent van de totale omvang van 1000 hectare bestemd voor havengerelateerde bedrijvigheid uitgegeven. APM Terminals kan de terminal nog aanzienlijk verder uitbreiden, tot 167 hectare—mits een contractueel aantal containers wordt behandeld.

Er zijn momenteel maar weinig mensen die pessimistisch zijn over de Tweede Maasvlakte. Het marktaandeel van Rotterdam in de containeroverslag neemt spectaculair toe en de overige 300 hectare voor de op- en overslag van containers en de ruimte voor chemische industrie en distributie zal ook wel van de grond komen.

Toch is het maar de vraag of de Tweede Maasvlakte snel zal vollopen en of de gefaseerde aanleg met optimisme kan worden uitgevoerd. De Chinese economie groeit niet erg hard meer en in Europa is de economische situatie erg broos. Syrië, Iran, of de hysterie rond de recente Amerikaanse anti-islam film kan de vlam in de pan doen slaan. Ook concepten als near-sourcing—productie in Oost-Europa, in plaats van Azië voor de Europese markt—worden steeds meer genoemd. Voorts zijn het Midden Oosten en de snelle groeilanden meer aantrekkelijk voor investeringen in chemie en is de toekomst van de olieraffinagesector in de haven onzeker.

Vrijwel niemand herinnert zich de afwezige groei in de jaren ’70 en ’80 in de Rotterdamse haven. Het kan natuurlijk goed dat de situatie van de Eerste Maasvlakte zich herhaalt en het de komende vijftien jaar bij de huidige twintig procent bezettingsgraad blijft. Dat is overigens niet heel erg. Ten eerste gaat de flexibele en gefaseerde aanleg van de Tweede Maasvlakte juist van dergelijke scenario’s uit. Ten tweede hebben wij berekend dat de Eerste Maasvlakte, ondanks vele jaren van leegstand, een duidelijk hoger batig saldo kent dan voorzien wordt bij de Tweede Maasvlakte op grond van de kosten-batenanalyse van het CPB (3,5 versus 0,8 miljard euro). Dit komt door een hoge restwaarde, door sterke baten door de containeroverslag van het mega-complex van ECT en door relatief geringe aanlegkosten. Ook bij een Tweede Maasvlakte is een dergelijk scenario denkbaar. Ten derde wordt de Eerste Maasvlakte voor geheel andere economische activiteiten gebruikt dan voorzien bij de aanleg. Ook dit is heel wel denkbaar voor de Tweede Maasvlakte. In plaats van distributiecentra voor gymschoenen of chemische fabrieken zouden er wel eens data-warehouses kunnen worden gebouwd of wellicht maakt het Westland de sprong naar de Maasvlakte met mega-kassen.

Ook bij twintig procent bezettingsgraad de komende tien tot vijftien jaar is er geen reden om de zeurende zwartkijker uit te hangen. Wacht eerst maar eens een jaar of dertig af, zo leert de door ons uitgevoerde ex post kosten-batenanalyse van Maasvlakte 1. Ik spreek u graag nog eens in 2040.

Column voor ‘Mainport Magazine’ Oktober 2012