Operatie op de magazijnvloer medebepalend voor succes VMI


Operatie op de magazijnvloer medebepalend voor succes VMI

Roel PostVendor managed inventory (VMI) is een breed toegepast concept. Door leveranciers verantwoordelijk te maken voor de voorraadniveaus in het magazijn, dalen de logistieke kosten in de keten. Dat is het theoretische verhaal maar de praktijk is soms weerbarstig. Dat stelt onderzoeker Roel Post van Rijksuniversiteit Groningen. Hij vertelt tijdens het Material Handling Forum op 17 mei over de consequenties van VMI voor de operatie op de magazijnvloer.

Roel Post is als promovendus betrokken bij het onderzoeksproject Sustainable Logistics in Fresh Food, dat mede wordt gefinancierd door TKI Dinalog. Post heeft onderzoek gedaan naar de implementatie van vendor managed inventory (VMI) in het Shared Fresh Center van Albert Heijn en XPO Logistics in Nieuwegein. Op het Shared Fresh Center komen voorraad van leveranciers en Albert Heijn samen op één punt. Albert Heijn kan direct uit de voorraad van leveranciers putten. Hierdoor kunnen zij een lagere veiligheidsvoorraad aanhouden. Ook gaan producten sneller door de keten, resulterend in een betere versheid voor de consument.

Post: “Het idee achter VMI is dat leveranciers hun eigen productie- en transportactiviteiten beter en efficiënter kunnen plannen als zij de verantwoordelijkheid krijgen over de voorraden in het distributiecentrum. Over VMI is in de wetenschappelijke literatuur veel geschreven, maar altijd vanuit strategisch perspectief. Over de gevolgen van VMI voor de operatie is echter weinig bekend”, vertelt de onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen.

Post heeft in zijn onderzoek op de operationele gevolgen gelet. Een bijzonder relevant onderzoek, want succesvolle implementatie van VMI vraagt de nodige aandacht. “Kijk alleen al naar de diversiteit in leveranciers die leveren aan het Shared Fresh Center. Daaronder bevinden zich grote bedrijven met logistieke stafafdelingen, maar ook kleine familiebedrijven. Sommige leveranciers hebben alleen artikelen die langer houdbaar zijn, andere leveren juist artikelen met een ultrakorte houdbaarheid van maximaal drie dagen. Deze verschillen hebben invloed op de benodigde inrichting en de werking van VMI”, stelt Post. “Overigens heeft Albert Heijn hierin voorzien, door leveranciers drie verschillende niveaus van besturing aan te bieden.”

Fluctuaties in goederenontvangst
Uit het onderzoek blijkt dat VMI flinke consequenties heeft voor de goederenontvangst in het distributiecentrum. Retailers zijn gewend om de leveringen zorgvuldig te plannen, zodat de stroom inkomende goederen zo goed mogelijk over de dag wordt verdeeld. Eén van de succesfactoren van VMI is echter dat leveranciers meer vrijheid krijgen in het plannen van leveringen. Dat kan leiden tot meer fluctuaties en mogelijk ook tot pieken in de goederenontvangst. Post: “Dat vraagt dus om goed overleg tussen retailer, logistiek dienstverlener en leverancier om een efficiënt ontvangstproces te waarborgen zonder te veel in te boeten op de vrijheid van leveranciers.”

Een andere belangrijke factor is vertrouwen. Leveranciers moeten erop kunnen vertrouwen dat de logistiek dienstverlener in het distributiecentrum de ontvangen goederen snel genoeg beschikbaar stelt voor orderpicking. “Als dat vertrouwen aanwezig is, kunnen leveranciers optimaal plannen en zijn extra veiligheidsvoorraden niet nodig”, signaleert Post, die aangeeft dat leveranciers hun beste been voor moeten zetten om de theoretische voordelen van VMI daadwerkelijk in kostenbesparingen te vertalen. “Een veel genoemd voordeel is, dat leveranciers in grotere batches kunnen produceren. Maar leveranciers moeten soms ook rekening houden met activiteiten die zij doen voor andere klanten.” 

Robots voor orderpicking
Tijdens het Material Handling Forum op woensdag 17 mei gaat Post dieper op het VMI-onderzoek in. Een ander belangrijk thema van dit congres is robotisering. Tom Bonkenburg van St. Onge Company spreekt over robots in de supply chain, terwijl professor Martijn Wisse van de Technische Universiteit Delft specifiek ingaat op de inzet van robots voor orderpicking. 

Het seminar start om 12.00 uur met een lunch en eindigt rond 17.00 uur met een borrel. Plaats van handeling is de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Meer weten of aanmelden? Bekijk het gehele programma.